Bedrijfsconfiguratie instellen

Inhoud

Bedrijfsconfiguratie instellen

  1. Ga naar Bedrijfsniveau.
  2. Klik op Algemeen in het zijmenu.
  3. Klik op Configuratie.

U ziet hier verschillende items, gerangschikt in tabs, die u voor uw (project)omgeving kunt configureren. Hieronder wordt beschreven hoe u deze items kunt instellen.

Sommige items kunt u bewerken en verwijderen. Om een item te bewerken, selecteert u het item en klikt u op Bewerken. Wilt u een item verwijderen, dan klikt u op Verwijderen.

De meeste items worden 1-op-1 overgenomen als u een nieuw project aanmaakt. In het project kunt u deze aanpassen als dat gewenst is.

  1. Klik op Logo uploaden.
  2. Selecteer uw logo en klik op Openen in de pop-up.
  3. Het logo is geüpload.

Als u het logo wilt wijzigen, dan herhaalt u bovenstaande stappen. Wilt u het logo verwijderen, dan klikt u op Verwijderen.

Bevindingen

  1. Klik op Nieuw.
  2. Voer de Naam van een bevindingstype in, zoals Afwijking of Restpunt.
  3. Klik op Opslaan.
  4. Het bevindingstype is opgeslagen.

Locatietypes

  1. Selecteer een type waar u gebruik van wilt maken in uw projecten en klik op Activeer.

Herhaal deze stap om andere types te activeren. Deactiveer de types waar u absoluut geen gebruik van zult gaan maken.

Rijwegsecties aanmaken

Als u gebruik gaat maken van het locatietype Rijweg, dan kunt u hier ook secties voor aanmaken. Dit gaat als volgt:

  1. Selecteer locatietype Rijweg.
  2. Klik op Nieuw in het detailoverzicht dat rechts verschijnt.
  3. Voer de Naam in van een sectie, zoals Middenberm, Redresseerstrook of Vluchtstrook.
  4. Klik op Opslaan.
  5. De sectie is opgeslagen.

U kunt meerdere secties aanmaken.

Frequenties

  1. Klik op Nieuw.
  2. Voer de Naam in van een grootte, zoals Dag, Maand, Stuk(s), Uur.
  3. Klik op Opslaan.
  4. De frequentiegrootte is opgeslagen.

U kunt meerdere frequentiegroottes aanmaken.

Projectfasen

  1. Klik op Nieuw.
  2. Voer een Titel in.
  3. Voer een Afkorting in.
  4. Kies een Standaard projectfase.
  5. Klik op Opslaan.
  6. De projectfase is opgeslagen.

Werkmaatschappijen

  1. Klik op Nieuw.
  2. Voer de Naam in van een werkmaatschappij.
  3. Voer eventueel een Toelichting in.
  4. Klik op Opslaan.
  5. De werkmaatschappij is opgeslagen.

U kunt meerdere werkmaatschappijen aanmaken.

Integratie

  1. Klik op Nieuw.
  2. Geef het nieuwe geheim een Omschrijving (denk bijv. aan de naam van het externe systeem).
  3. Selecteer het Project waar u een koppeling voor wilt opzetten.
  4. Klik op Opslaan.
  5. Een Integratie ID en een Sleutel worden nu gegenereerd.
  6. Klik op Sluiten.
  7. Het geheim is opgeslagen.

Rapportage-templates

  1. Klik op Bewerken.
  2. Selecteer een Rapportage-template.
  3. Klik op Opslaan.
  4. Het rapportage-template is opgeslagen.

Meldingen

  1. Klik op Nieuw.
  2. Vul de Duur (een getal) in.
  3. Kies een Eenheid.
  4. Vink Urgent aan als dit van toepassing is op de Responseduur die u aanmaakt.
  5. Klik op Opslaan.
  6. De responseduur is opgeslagen.

U kunt meerdere responseduren aanmaken.

Voor meer informatie over bovenstaande items gaat u naar het artikel Het webportaal > Bedrijfsniveau > Configuratie.